wdh

Toelichting CanMeds-competenties

De bij- en nascholing moet verdeeld zijn over de volgende competenties:
  1. Klinisch handelen
  2. Communicatie
  3. Samenwerking
  4. Organisatie
  5. Maatschappelijk handelen
  6. Kennis en wetenschap
  7. Professionaliteit
Toekennen van competenties
Als aanbieder van nascholing dient u per nascholing minimaal één en maximaal drie competenties aan te vinken, waarop wordt nageschoold. Als u meer dan één competentie aanvinkt, wordt gevraagd om globaal de verhouding in percentages weer te geven van de mate waarin de aangevinkte competenties in de nascholing aan bod komen. Het totaal moet uitkomen op 100%. Het toekennen van percentages aan CanMeds-competenties is geen exacte wetenschap. Als een congres tien workshops telt, waarvan er acht medisch inhoudelijk zijn en twee gericht op communicatie, labelt u de scholing als 80% medisch inhoudelijk en 20% communicatie. Dit wordt als volgt vertaald naar het digitaal portfolio van de verpleegkundige of verzorgende:80% x 2 uur = 1,6 uur klinisch handelen; 20% x 2 uur = 0,4 uur communicatie.
 
1. Klinisch handelen
Deze competentie wordt aan een scholing toegekend als de deelnemer tijdens de scholing kennis heeft verworven over vakinhoudelijk handelen. Onderdelen van deze competenties zijn anamnese, diagnostiek, onderzoek, behandeling, secundaire preventie (voorkomen dat de ziekte verergert), palliatieve zorg, euthanasie, orgaandonatie, standaarden, richtlijnen, protocollen of kwaliteitsindicatoren.
 
Voorbeelden zijn scholingen over:
- farmacotherapie
- niet-medicamenteuze behandelingen
- voorbehouden handelingen
- anamnese
- lichamelijk/psychiatrisch onderzoek
- lichamelijke/psychiatrische diagnostiek
- psychotherapeutische behandeltechnieken
- crisisinterventie
- behandeling
- preventie
- leefstijladviezen
- patiënteninformatie
 
2. Communicatie
Deze competentie wordt aan een scholing toegekend als de deelnemer tijdens de scholing kennis heeft verworven over communicatievaardigheden. Onderdelen van deze competentie zijn het helder overbrengen van informatie, het structureren van het consult en van gesprekken of gesprekstraining (actief luisteren, samenvatten, non-verbale communicatie). Versie 29 maart 2012.
 
Voorbeelden zijn scholingen over:
- overleg met patiënten, zorgverleners, zorgverzekeraars, de inspectie, enz.
- onderhandelen met bijvoorbeeld ziekenhuismanagement, zorgverzekeraar en werkgever
- gesprekstechnieken
- het doen van een patiënt tevredenheidonderzoek
 
3. Samenwerking
Deze competentie wordt aan een scholing toegekend als de deelnemer tijdens de scholing kennis heeft verworven over samenwerken. Onderdelen van deze competentie zijn adequaat verwijzen, overdragen van informatie, leveren en vragen van intercollegiaal consult, effectief omgaan met collega’s, geven en ontvangen van feedback, conflicthantering, initiëren, implementeren en evalueren van taakdelegatie, taakherschikking, intercollegiale samenwerking, interdisciplinaire samenwerking of transmurale samenwerking.
 
Voorbeelden zijn scholingen over:
- het organiseren van continuïteit in de zorg voor de patiënt
- ketenzorg
- intercollegiale consulten
 
4. Organisatie en financiering
Deze competentie wordt aan een scholing toegekend als de deelnemer tijdens de scholing kennis heeft verworven over de organisatie en financiering. Onderdelen van deze competentie zijn kennis over adequate praktijkorganisatie (service, logistiek, zorgondersteunende ict-systemen, EPD )financiering en marktwerking (ZVW, AWBZ, WMO, Mededingingswet, basispakket, tariefstructuur, onderhandelen met zorgverzekeraars, ondernemerschap).
 
Voorbeelden zijn managementtrainingen scholingen over:
- zorgstructuur
- financieringsstructuur
- overleg- en managementstructuur
- ICT-structuur
- vergadertechnieken
- leiden van gestructureerde intercollegiale toetsing en intervisie
- het ontwikkelen van regionale of landelijke protocollen, standaarden en richtlijnen
 
5. Maatschappelijk handelen en preventie
Deze competentie wordt aan een scholing toegekend als de deelnemer tijdens de scholing kennis heeft verworven over maatschappelijk handelen en preventie. Onderdelen van deze competentie zijn kennis over kindermishandeling, kinderen van verslaafden, primaire preventie (voorkomen van de ziekte), epidemiologie en public health en kennis van maatschappelijke hulpverleningsinstanties en patiëntenverenigingen.
 
Voorbeelden zijn scholingen over:
- volksgezondheid en public Health
- zorgcontracting
- wet- en regelgeving
- medische ethiek
- preventieactiviteiten  
- oggz-taken
- orgaandonatie en zorg rond het levenseinde. Versie 29 maart 2012
 
6. Kennis en wetenschap
Deze competentie wordt aan een scholing toegekend als de deelnemer tijdens de scholing kennis heeft verworven over kennis en wetenschap. Onderdelen van deze competentie zijn effectief zoeken (handboeken, PubMed, zoekmachines op internet, bibliotheken) en beoordelen van de wetenschappelijke kwaliteit (evidence) van medische informatie, kennis van (niet-financiële; zie 4) weten regelgeving (Bopz, Wet Klachtrecht, Kwaliteitswet, Wbp, Wet Big, Wgbo, enz.) en kennis van nietreguliere behandelwijzen.
 
Voorbeelden zijn scholingen over:
- onderzoeksvaardigheden
- het ontwikkelen van kwaliteitsinstrumenten
 
7. Professionaliteit en kwaliteit
Deze competentie wordt aan een scholing toegekend als de deelnemer tijdens de scholing kennis heeft verworven over professionaliteit en kwaliteit. Onderdelen van deze competentie zijn bevordering en borging van kwaliteit van de beroepsuitoefening (kwaliteitsvisitatie, evaluatiegesprekken, nascholingsportfolio, veiligheidssysteem, NIAZ, HKZ, INK, ISO), persoonlijk ontwikkeling (loopbaan, balans tussen werk en privé, timemanagement, professionele distantie, omgaan met eigen emoties) en beroepsethiek (gedragscode van beroepsgroep, beroepsgeheim, omgaan met normen en waarden uit andere culturen, ethische dilemma’s)
 
Voorbeelden zijn scholingen over:
- reflectie op eigen kennis en handelen
- kwaliteitssystemen.
- het uitvoeren van visitaties en audits
- het ontwikkelen van regionale of landelijke protocollen, standaarden en richtlijnen
- het opstellen van kwaliteitsbeleid, kwaliteitshandboek of kwaliteitsjaarverslag.
- publicatie- en presentatievaardigheden
- intervisie- en supervisietechnieken
- verslagen en patiëntendossiers